Het probleem van bijna alle afslankingskuren is dat men te snel gewicht verliest. Dat klinkt bizar, maar het is wetenschappelijk wel gemakkelijk te verklaren. Bij mensen die in één week meer dan 2 kilogram afslanken is de kans zeer groot dat er niet alleen vet verbrandt, maar ook spierweefsel. Het menselijk lichaam beschouwt een tekort aan calorieën als een crisistoestand en gaat in reactie daarop allerlei weefsels afbreken om de belangrijkste levensfuncties in stand te kunnen houden. Een van de weefsels die wordt verbrand is spierweefsel. We hebben die spieren echter nodig bij de verbranding van vet en koolhydraten. Dat proces vindt plaats in de spiercellen.
De spieren van iedere mens zijn rond het twintigste levensjaar volgroeid. Spieren blijven meestal in topvorm tot vlak na het dertigste levensjaar. Kijk naar de leeftijd van de topsporters en je zal zien dat alle topatleten niet veel ouder zijn dan 30 jaar. Vanaf het begin van onze ‘derde jeugd’ beginnen de spieren aan kracht in te boeten. Enkel dagelijkse, matige beweging kan dit proces duidelijk vertragen. Minder spieren betekent bij de meeste mensen dat er minder calorieën kunnen worden verbrand. Bij te weinig verbranding wordt energie omgezet in vet. Dat is ook de reden waarom oudere mannen en vrouwen minder gemakkelijk vet kwijtraken. Door te snel af te slanken als gevolg van een snel dieet kan er zelfs extra spiermassa opbranden. Zo zorgen afslankkuren, die bedoeld zijn om af te vallen, op termijn voor een gewichtstoename!